Op 16 januari vond het eerste Directeurenoverleg plaats van 2019. Tijdens dit DO is gesproken over de voortgang van de verschillende programmaonderdelen, maar er is ook nadrukkelijk stilgestaan bij wat er dit jaar allemaal op het programma afkomt.
In 2019 worden de langetermijnkeuzes voorgelegd aan de programmaraad en bestuurders. Dat is niet alleen relevant voor de leden van het programmateam en de onderzoeksbureaus die op dit moment werken aan de ontwikkelperspectieven. Ook de directeuren en afdelingshoofden van de betrokken overheden en vervoerders krijgen te maken met deze keuzes. Daarom zijn de eerste grote lijnen van het onderzoek Netwerken, Ringen en de Stad door de projectmanagers Robert Hijman en Gerrit van der Plas gepresenteerd aan het DO.
Samenhangende pakketten
“Om te komen tot een goede besluitvorming zijn er vóór de zomer nog twee DO’s en twee programmaraden gepland,” aldus programmamanager Lennart Salemink. “Het is van groot belang dat alle betrokken organisaties een helder beeld hebben van welke stappen wij dit jaar samen zetten en wat dit betekent qua inzet en besluitvorming.” Frans Hasselaar benadrukt dat binnen het programmateam de vier programmalijnen al zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd: “Wij hebben afgesproken om samenhangende pakketten op te leveren. Daarom hebben wij een dag ná het DO om tafel gezeten met de kernteams van alle programmalijnen en de betrokken onderzoeksbureaus. Wij werken met een gemeenschappelijk doel, een gemeenschappelijke legenda, maar soms met nét iets verschillende grootheden.”
Integrale afweging
Het DO stond ook stil bij het initiatief van meerdere partijen om de metronetwerken aan te vullen en te kijken naar het spoorsysteem. Dit initiatief wordt betrokken bij de integrale afweging, net als de langetermijnvraagstukken die resteren na de MIRT-verkenning Multimodale Knoop Schiphol en de toekomst van de Airsprinter. Ook de uitkomsten van de OV Toekomstbeeld en de Luchtvaartnota hebben invloed op het MRA-gebied.
Programmaplan Stedelijke Bereikbaarheid
Het DO heeft ingestemd met de Programmaplan Stedelijke Bereikbaarheid, waarvoor nu nog geen aanvullende financiering wordt gevraagd. “Met dit programmaplan kunnen wij verder aan de slag met het uitwerken van de relatie tussen stedelijke bereikbaarheid en de langetermijn lijnen,” aldus Frans Hasselaar.