Sinds begin dit jaar wordt de programmalijn Slim Verstedelijken aangevoerd door een nieuw duo. In hun eerste maanden begonnen zij direct aan een fikse klus: voor de gehele MRA brengen zij in kaart welke bereikbaarheidsmaatregelen er te nemen zijn in de bouw van een complete, duurzame stad. Waarom is die inventarisatie zo belangrijk? Waar zien zij een sleutelrol voor SBaB? En wat is hun kijk op het steeds urgentere spanningsveld tussen verstedelijking en bereikbaarheid?
De woningbouwopgave in Nederland is enorm, dat geldt ook voor de Metropoolregio Amsterdam; nu de MRA is aangewezen als NOVEX-gebied staan er grote aantallen woningen op de planning voor 2030 en 2040, maar die bouw staat niet op zichzelf. Het devies? Complete, duurzame steden bouwen. Nieuwe woningen moeten daarvoor goed ontsloten worden en bovendien duurzaam bereikbaar zijn. Binnen de programmalijn Slim Verstedelijken wordt gewerkt aan de vraag hoe dit op een – de naam zegt het al – slimme manier te doen. ‘Op welke locaties bouw je dan? Hoe kan je zo goed mogelijk gebruik maken van het bestaande mobiliteitsnetwerk en hoe verstedelijk je zo duurzaam mogelijk?’
Ellen Kuikman is programmaregisseur Woningbouw en Mobiliteit bij de Vervoerregio Amsterdam. Sinds begin dit kalenderjaar is zij trekker van de programmalijn Slim Verstedelijken. Dit doet zij niet alleen, maar in een duo-rol met Nick Roos van het ministerie van I&W. Hij is daar als projectmanager medeverantwoordelijk voor twee bereikbaarheidsprogramma’s waaronder Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Binnen SBaB is hij ook trekker van de programmalijn Oostflank MRA. Met hun ‘gezamenlijke kennis vanuit verschillende perspectieven’ – regionaal en nationaal – zijn zij momenteel bezig de wind eronder te krijgen.
De bereikbaarheid in kaart brengen
De MRA kent een grote woningbouwopgave die de komende decennia gerealiseerd zal worden. De afgelopen maanden heeft het duo hard gewerkt aan het in kaart brengen van alle bereikbaarheidsmaatregelen die nodig zijn voor het gedegen ontsluiten van al deze woningbouwlocaties, vertelt Nick. ‘We hebben een totaalbeeld weten te schetsen van wat daarvoor nodig is. Dat was nog nooit eerder gelukt!’ Ellen vult aan: ‘Dat is enorm belangrijk. Je wil al die nieuwe locaties straks goed bereikbaar houden voor iedereen die daar voor wonen, werk of recreatie naartoe zal gaan.’
Zo sprak het duo met deel-regio’s en andere stakeholders als de NS, ProRail, RWS en I&W. Belangrijk uitgangspunt is dan ook, vertelt Ellen, om te kijken naar de plannen die er al liggen. ‘Soms zijn er bij gemeenten eerder al afspraken gemaakt met het Rijk en zijn daarvoor middelen ter beschikking. Dat is de basis, maar we zien ook dat die middelen in het licht van de NOVEX-uitvoeringsagenda soms niet toereikend meer zijn. Wij hebben gekeken wat in aanvulling daarop nodig is.’
Vervolgens is al die informatie bijeengelegd om te komen tot een actueel totaalbeeld voor de MRA. ‘Dat vatten we momenteel in een visueel-aantrekkelijke rapportage met – letterlijke – kaartbeelden', aldus Nick.
Met het overzicht dat Nick en Ellen de stakeholders in de regio bieden, hopen zij aan te zetten tot het maken van keuzes: ‘Het zou gaaf zijn als wij mogen meemaken dat dit overzicht echt gaat leiden tot het doorhakken van knopen.’ Maar, zien zij ook, het is een complex vraagstuk om steden volledig te verduurzamen én uit te breiden. Roos: ‘Allerlei overheden en regio’s hebben ook hun eigen belang in zo’n puzzel, en als je ergens maatregel x invoert, heeft dat gevolgen voor maatregel y, elders in de MRA.’
Een interbestuurlijke puzzel leggen
Ondertussen, vertellen ze, loopt Nederland vast en is er bovendien nog maar weinig geld voor dure infra-uitbreidingen en is de ambitie om in te zetten op duurzame mobiliteitsmaatregelen en nabijheid van voorzieningen. De vraag is dus, hoe kunnen we door gedrags- en beleidsmaatregelen wél die woningen bouwen, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheden voor duurzame mobiliteit? ‘Je wilt er voor zorgen dat die mensen vanuit hun woning eenvoudig op pad kunnen, maar simpelweg gaan voor enorme snelwegverbredingen, dat ligt écht achter ons’, aldus Ellen.
Al die verschillende doelstellingen en perspectieven maakt de zaak erg complex, ‘men loopt vaak al snel vast’, benadrukt Nick. Maar de meerwaarde van SBaB, zit hem écht in het interbestuurlijk perspectief. Ellen vult aan: ‘Een gemeente kijkt vaak puur naar hun woningbouwlocatie, en naar een x aantal woningen dat zij willen bouwen. Maar wanneer je op vijf locaties in verschillende gemeenten gaat bouwen, heeft dat veel impact op de mobiliteitsdruk in de regio, dus moet je dat in onderlinge samenhang bekijken.’
Keuzes voor bepaalde interventies en de timing ervan, de fasering, zijn volgens het duo belangrijk. En in die wirwar aan mogelijkheden kunnen zij een mooie gidsfunctie vervullen. Nick: ‘In Flevoland heb je bijvoorbeeld nog erg veel ruimte om te bouwen. Tegelijkertijd is het een eiland dus moet er dan wel wat ondernomen worden om die verbinding met de MRA te realiseren. Dat kost een hoop geld: die Ijmeerverbinding die Almere graag wil met de hoofdstad heeft namelijk wel een prijskaartje. Dat kan misschien een reden zijn om daar niet of minder te bouwen zodat het bestaande mobiliteitsnetwerk volstaat, maar dan moet je opzoek naar een andere locatie.’
Dat soort afwegingen zijn complex. En binnen NOVEX komen naast woningbouw en mobiliteit nog meer thema’s samen, benadrukt Nick: ‘Die moet je allemaal over elkaar heen leggen wil je de juiste keuzes kunnen maken. Volgens mij zijn we beide wel benieuwd hoe dat straks gaat, ook met behulp van onze inventarisaties op gebied van mobiliteit.’
Over de eigen grenzen heen leren kijken
Nick en Ellen wonen beide in de MRA en voelen zich nauw verbonden met de regio. Dat is voor hen ook een extra motivatie om dit grondig aan te pakken, vertellen zij. Dit gevoel vinden zij ook terug bij veel andere partijen binnen de MRA. Ellen: ‘Het is echt zaak om de handen ineen te gaan slaan rondom deze opgave. Die interdisciplinaire aanpak krijgt gelukkig ook meer aandacht, maar dat maakt het ook vaak nog uitdagender. Je moet over je eigen grenzen geen kijken, elkaars taal leren spreken.’ Wel ontstaat steeds meer eensgezindheid over het belang van de duurzaamheidsaspecten van NOVEX, vertelt ze: ‘De wil is er, maar de expertise en daadkracht is er soms nog niet bij de deelregio’s. De vraag is nu dus niet of, maar hoe.’
Wat de toekomst zal brengen is nog niet helemaal inzichtelijk, vertelt Nick. ‘Wat wel fijn is, is dat er na de oplevering van onze inventarisatie, ons product, een vervolg aan gegeven wordt binnen het programmateam van NOVEX MRA. Nu zijn wij ook daar de thematrekkers mobiliteit. Dus we kunnen er wel op toezien dat die kennis goed benut zal blijven worden.’