Een breed programmateam werkt aan het Ontwikkelpad Verstedelijking en Bereikbaarheid MRA. Projectmanager Ontwikkelpad Robert Hijman: “Het mooie aan het Ontwikkelpad is dat de inzichten en ervaringen van de vier programmalijnen samenkomen en we nu de eerste samenhangende keuzes kunnen voorleggen.” In dit uitgebreide artikel lichten we alvast een tipje van de sluier op. 

Het programma heeft het afgelopen jaar drie belangrijke stappen gezet: 

  1. ​​​​​Eerst hebben we het daily urban systeem en de ontwikkeling van wonen, werken en infrastructuur van de MRA grondig bestudeerd, zodat we begrijpen hoe het systeem functioneert en hoe het zich ontwikkelt. 
  2. Vervolgens zijn vier ontwikkelperspectieven opgesteld waarlangs de MRA zich tot 2040 kan ontwikkelen qua verstedelijking en bereikbaarheid. Zo zijn de hoeken van het speelveld in kaart gebracht en heeft de Programmaraad de gewenste ontwikkelrichting kunnen bepalen; een wenkend perspectief voor de hele MRA. 
  3. Het adaptieve Ontwikkelpad is de derde stap. Het geeft aan hoe we dit perspectief samen kunnen realiseren, welke keuzes daarbij voorliggen, in welke volgorde die moeten worden gemaakt en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Het Ontwikkelpad is dus onze routekaart voor verstedelijking en bereikbaarheid van de MRA tot 2040. Het instrument waarmee Rijk en regio samen sturen op de programmadoelen en integrale keuzes maken.

Stap 1: Het daily urban system van de MRA 

Het programma heeft de ruimtelijke plannen met woon- en werklocaties en de manier waarop we ons van A naar B bewegen binnen de MRA onderzocht. Hierdoor hebben we een goed beeld gekregen hoe het daily urban system in de MRA functioneert anno 2019 en hoe dat zo gekomen is. 

Uit de onderzoeken blijkt onder andere dat de groei van de werkgelegenheid in de MRA zich de afgelopen jaren sterk heeft geconcentreerd rond Amsterdam en de Schipholregio. De woningbouw kende meer spreiding waardoor het daily urban system in de MRA flink is gegroeid. Er wordt meer én langer gereisd, met Amsterdam als belangrijkste vertrekpunt en bestemming. De infrastructuur is meegegroeid met deze ontwikkeling, maar loopt bij alle modaliteiten (zoals auto, ov, fiets) tegen de capaciteitsgrenzen aan. Tegelijkertijd ontstaan verschillende mobiliteitspatronen in de MRA met enerzijds centrumstedelijke mobiliteit (vooral fiets, ov en wandelen) en anderzijds laagstedelijke en kriskrasmobiliteit (vooral auto).

Als deze ontwikkeling zich ongewijzigd doorzet, loopt het verkeer- en vervoersysteem vast. De MRA kent de grootste concentratie aan bereikbaarheidsknelpunten in 2040 van heel Nederland. Daarbij komen door de mobiliteitsgroei ook de leefbaarheid en internationale concurrentiekracht steeds meer onder druk te staan.

Stap 2: Ontwikkelperspectieven van de MRA 

Met deze situatie in ons achterhoofd stond stap 2 in het teken van vooruitkijken. De MRA staat voor de opgave om 250.000 woningen te bouwen tot 2040 om te voldoen aan de vraag. Ook verwachten we dat de werkgelegenheid de komende jaren rap doorgroeit.

Om te verkennen wat de mogelijkheden zijn om deze groei te faciliteren én het verkeer in de MRA in beweging te houden, zijn vier sterk verschillende ontwikkelperspectieven geschetst en geanalyseerd, voor een impressie zie de figuren hieronder. Doel van de perspectieven is de impact van (systeem)keuzes op het vlak van verstedelijking en bereikbaarheid in de MRA goed zichtbaar te maken en bestuurders in staat te stellen de gewenste ontwikkelrichting te kiezen. Zo geven de ontwikkelperspectieven antwoord op de vraag: Wat gebeurt er als je de verstedelijking sterk concentreert of juist spreidt? Wanneer zijn er meer wegen nodig en in welke situatie juist meer spoor of fiets? Hoe versterk je de stedelijke kernen rond Amsterdam het best? En wat betekenen keuzes voor natuur en landschap?

Stap 2 ontwikkelpad.png

 

Stap 3: Het Ontwikkelpad

Op basis van de eerste twee stappen hebben de leden van de Programmaraad in juni en juli 2019 kansrijke onderdelen van de perspectieven gebundeld en de gewenste ontwikkelrichting geschetst: 

  1. Het ontwikkelen van de internationale woon-werkas met twee grote gebieden: Zuidwest Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp en Amsterdam Zuidoost; met een goede aansluiting op het centrum van Amsterdam.
  2. Het verdichten van Amsterdam en uitbreiden hoogstedelijk kerngebied  aan de westkant zoals Haven-Stad/ZaanIJ en de Amsterdam Bay Area (Amsterdam Oost - Almere). Gecombineerd met (polycentrische) ontwikkeling van de stedelijkeknopen zoals Haarlem en Lelystad in de gehele MRA.
  3. Daarnaast wordt een gezamenlijke (multimodale) netwerkstrategie uitgewerkt als onderdeel van het Ontwikkelpad.

Het Ontwikkelpad werkt stapsgewijs toe naar dit beeld van de MRA voor 2040, gericht op het bereiken van de programmadoelen. We doen dit op zo’n manier dat we beschikbare infrastructuur optimaal benutten, de transitie maken naar een slim en duurzaam mobiliteitssysteem, de nabijheid van woningen bij voorzieningen en werk versterken en elke modaliteit in zijn kracht zetten. In de stad is dat vooral ov, fiets, wandelen; buiten de stad houdt de auto een belangrijke rol. Daarbij zorgen we voor goede overgangen tussen de modaliteiten.

Robert Hijman: “Met het Ontwikkelpad Verstedelijking en Bereikbaarheid schetsen we de route naar een economische sterke en aantrekkelijke MRA, met een uitstekende bereikbaarheid. We geven de gekozen ontwikkelrichting met de bijbehorende gebieden een plek, werken aan een gezamenlijke netwerkstrategie en monitoren de voortgang op de programmadoelen. Op basis hiervan kunnen we onze bestuurders van Rijk en regio samenhangende keuzes voorleggen, met concrete kortetermijnacties en strateArtikel 1, fotovoorstel.pnggieën voor de lange termijn. Dit najaar leggen we de eerste keuzes voor en spreken we af hoe we het Ontwikkelpad gebruiken.

Dit najaar wordt al inzicht geboden hoe de kortetermijnmaatregelen van Stedelijke Bereikbaarheid en Slimme en Duurzame Mobiliteit, zoals de werkgeversaanpak, fietsstimulering, logistiek en knooppuntontwikkeling, zijn ingebed in het Ontwikkelpad. Daarnaast wordt de ontwikkelstrategie van Zuidwest Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp verankerd in het Ontwikkelpad en gekoppeld aan andere ontwikkelingen binnen het programma. 

Ook worden de opgaven en afhankelijkheden tussen keuzes beschreven die essentieel zijn voor de gekozen ontwikkelrichting. Denk aan: ‘In welk tempo en met welke dichtheden gaan we bouwen in grote ontwikkellocaties als Haven-Stad/ZaanIJ en Amsterdam Bay Area?’, ‘Wat betekent de keuze voor een metro- of andere ov-verbinding in het ene gebied, voor de bereikbaarheid in een ander deel van de MRA?’ of ‘Wat is de impact van keuzes voor delen van de A10 op het omliggende wegennet?’. Deze afhankelijkheden gaan we nader onderzoeken om de stappen in het Ontwikkelpad steeds verder in te vullen. Daarbij is de volgorde en timing relevant. Want een keuze voor 2030 heeft soms morgen al een besluit nodig. En ook de keuze om een bepaald gebied te ontwikkelingen heeft sterke effecten op het netwerk elders.”