De coronacrisis heeft onze mobiliteit de afgelopen maanden sterk beïnvloed. Ongeveer 40% van de Nederlanders werkte plotseling thuis en zowel de automobiliteit als het ov-gebruik namen drastisch af. Sommige (gedrags)veranderingen uit deze tijd dragen positief bij aan onze programmaopgaven. Deze willen we graag vasthouden voor de toekomst. Programmamanager van de uitvoeringsagenda Asta van Droffelaar: ‘De coronacrisis heeft een enorme versnelling gebracht in het denken over onze toekomstige mobiliteit. Laten we nu doorgaan op de ingezette lijn.’

Een kwart van de mensen die meer zijn gaan thuiswerken en een derde van mensen die vaker op afstand vergaderen, verwacht dit in de toekomst te blijven doen, blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Deze ontwikkeling biedt veel kansen, want als we met zijn allen slechts 10% meer zouden thuiswerken en/of meer gespreid zouden werken kan dat een belangrijk deel van de capaciteitstekorten op de weg en in het openbaar vervoer beperken.

Asta van Droffelaar van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord volgde op 1 juni Nick Verveen op als programmamanager van de Uitvoeringsagenda 2020-2022: ‘Nu de maatregelen worden versoepeld, zien we de mobiliteit weer op gang komen. Daarbij is het spreiden van vervoerstromen over de dag en beschikbare modaliteiten. Thuiswerken en videovergaderen blijven belangrijk. En als iemand dan toch op pad moet, dan liefst buiten de spits om met het ov of op de fiets of lopend. Werkgevers spelen hierbij een cruciale rol.’

Het is de kunst om werkgevers, werknemers en scholieren zó te faciliteren en te reguleren, dat de crisis een positieve, blijvende gedragsverandering met zich meebrengt. Dit heeft al op de korte termijn gevolgen voor verschillende onderdelen van de uitvoeringsagenda van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid, zoals voor de werkgeversaanpak, de onderwijsaanpak en de aanpak Minder Hinder.

Werkgeversaanpak

De aanpassing naar het nieuwe, flexibele werken is voor veel werkgevers een ingewikkelde puzzel die onder hoge druk moet worden gelegd: wie gaat wanneer en waar aan het werk? Hoe plannen we dat, welke voorzieningen zijn daarvoor nodig? Vaak ontbreekt het bedrijven aan de benodigde kennis en capaciteit.

‘Zaak is om het momentum te pakken. In de Metropoolregio Amsterdam kan Breikers werkgevers adviseren en ondersteunen. Breikers heeft al veel grote werkgevers begeleid in de transitie naar slimme en duurzame mobiliteit’, zegt Asta. ‘De kern van het werk blijft na corona ongewijzigd, maar de aanpak wordt aangepast aan de nieuwe realiteit. Het bestaande netwerk van 250 grote werkgevers biedt uitstekende ingangen om snel met een breed pakket grote werkgevers aan de slag te gaan. Samenwerking tussen werkgevers en onderlinge kennisuitwisseling spelen daarin een belangrijke rol.’

De nieuwe werkgeversaanpak van Breikers gaat ondersteund worden door een publiekscampagne. De campagne is een handreiking aan zowel de individuele werknemer als het midden- en kleinbedrijf om op een creatieve en positieve manier invulling te geven aan werken in tijden van corona en om de positieve effecten ervan te behouden. In een van de volgende nieuwsbrieven vertelt Rein Aarts van Breikers er meer over.

Onderwijsaanpak

De onderwijsinstellingen maken binnen de landelijke randvoorwaarden zelf een afweging of en wanneer ze meer studenten toe gaan laten. Sommige onderwijsinstellingen zijn sinds 1 juni voorzichtig open gegaan; anderen zullen dit nog weken of zelf maanden gaan uitstellen.

‘Het is wenselijk dat scholieren, studenten en onderwijspersoneel de komende tijd buiten de spits om blijven reizen, vervolgt Asta. ‘We kunnen de gedoseerde opening van onderwijsinstellingen faciliteren door het promoten van alternatief vervoer, zoals de elektrische fiets of lopen. En een onderwijsinstelling kan in overleg met vervoerders al met een minimale verschuiving in de lestijden, bijvoorbeeld 15 of 20 minuten, positief bijdragen aan de spreiding. De regionale uitvoeringsorganisaties binnen de uitvoeringsagenda kunnen hierbij ondersteunen.’  

Minder Hinder

Fietsstimulering zal in de toekomst nog meer nadruk krijgen. De provincie Noord-Holland heeft bijvoorbeeld het initiatief genomen om in de verkeerslichten de fietsregelingen onder de loep te nemen om zo fietsers meer ruimte te bieden. Fietsers krijgen vaker en langer groen dan auto’s om lange wachtrijen voor de verkeerslichten te voorkomen. Binnen de uitvoeringsagenda gebeurt nog meer op het vlak van Minder Hinder, daarover een volgende keer meer informatie.

Asta besluit: ‘Ik zie dus veel kansen om de positieve effecten van de afgelopen periode vast te houden. Ook moeten we kijken naar wat de coronacrisis betekent voor de gebiedsaanpakken uit de uitvoeringsagenda. Er lopen al verschillende initiatieven, bijvoorbeeld bij Zuidas en IJmond Bereikbaar. Ik ben ervan overtuigd dat deze lastige crisis de ideeën over mobiliteit blijvend heeft beïnvloed.’