Trainee Marijn Rombouts (26 jaar) geeft zijn persoonlijke reflectie op het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid, en in het bijzonder het Ontwikkelpad. “Samen sturen gaat soms gepaard met vallen en opstaan.”

De wens en noodzaak om in de MRA 250.000 woningen te bouwen maakt dat er nagedacht zal moeten worden over waar die woningen zullen komen en hoe de inwoners zich zullen gaan verplaatsen. Niets doen is geen optie, dan loopt alles immers vast. Maar waar er gebouwd gaat worden, hoe die woningen aangesloten gaan worden op de infrastructuur en welke infrastructuur dit zal zijn, zijn hele wezenlijke keuzes. Bepalend voor het type metropool dat in de komende decennia zal ontstaan. Gaat er bijvoorbeeld ingezet worden op maximaal bouwen in Amsterdam, of op verschillende plekken in én rondom Amsterdam? 

Handvat voor bestuurders

Ondanks dat er nu al naar de toekomst gekeken moet worden, kan er geen blauwdruk gemaakt worden van de toekomstige MRA. Er moet rekening gehouden worden met variabelen die nu nog onbekend zijn, zoals nog te verschijnen technologie, maatschappelijke omwentelingen die nog niet begonnen zijn en verkiezingsuitslagen van verkiezingen die nog plaats moeten vinden. Dat roept de vraag op: hoe bouw je het onvoorziene in? Daarvoor is er al veel onderzoek gedaan naar wat men wel kan weten, voorzien en inplannen. Het Ontwikkelpad is daarmee een handvat voor bestuurders, doordat het inzichtelijk maakt welke consequenties bepaalde keuzes hebben. Dus: als je aan deze knop draait, krijg je dit scenario. Daaraan vooraf gingen maanden van inventariseren van de huidige situatie en specificering van wensen en behoefte, van zowel bestuurders als ook bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties. 

Dat vanaf het begin af aan samengewerkt wordt tussen verschillende ministeries, de Vervoerregio Amsterdam, en decentrale overheden als provincies en gemeenten (via de MRA), is geen noviteit pur sang. Vraagstukken en uitdagingen houden zich nu eenmaal niet aan gemeente- of provinciegrenzen. Rijk-regio samenwerking heeft daarom altijd plaatsgevonden. 

Vallen en opstaan

Het samen zo intensief sturen is wel nieuw. Het programma en de programmalijnen worden aangestuurd door duo’s: een manager van Rijk en regio samen. De samenwerking in het programma SBaB heeft daarom iets experimenteels, en dat gaat soms gepaard met vallen en opstaan, omdat met het intensief samen sturen nog weinig ervaring is. Nadenken over oplossingen die grenzen overstijgen vereist nieuwe samenwerkingsvormen die de besluiten en resultaten die er uit volgen alleen maar ten goede kunnen komen. Daarom is nu juist het programma SBAB opgestart. Het Ontwikkelpad is daarbinnen een ambtelijke bijdrage aan bestuurders ten behoeve van gedegen besluitvorming. 

Glazen bol

Door het ontbreken van een werkende glazen bol en de mist die het zicht op de toekomst beperkt, is regeren maar beperkt vooruitzien. Daarom is een adaptief pad voor de toekomst met enerzijds ruimte voor bijsturing maar anderzijds onderbouwing voor keuzes nu en later, het hoogst haalbare. De intensievere samenwerking tussen Rijk en regio, de betrokkenheid van uiteenlopende belanghebbenden in een vroeg stadium, het inbouwen van onzekerheden en toekomstige beslismomenten maken Samen Bouwen aan Bereikbaarheid een voorbeeld van hoe een overheid omgaat met de complexe vraagstukken van de eenentwintigste eeuw.

Marijn Rombouts (26) is sinds maart 2019 trainee bij de provincie Noord-Holland. Sinds september doet hij twee opdrachten bij het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Hiervoor studeerde hij geschiedenis en filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij afstudeerde op de betekenis van toekomstbeelden in fictie tussen de 17e en 19e eeuw. Momenteel gaat zijn interesse vooral uit naar de verschillende belangen waar een overheid rekening mee moet houden als er keuzes worden gemaakt. In dit artikel geeft hij daarom - aan de hand van een vrije interpretatie – zijn persoonlijke reflectie op het programma.