Het gebied Haven-Stad/Zaan-IJ speelt een cruciale rol in de woningbouwopgave binnen de MRA. Dit gebied wordt de komende jaren getransformeerd van een grootschalig werkgebied tot een aantrekkelijk hoogstedelijk woon- en werkgebied, met tussen de 40.000 en 75.000 woningen en 60.000 arbeidsplaatsen. Deze gebiedsopgave brengt groeiende bereikbaarheidsopgaven met zich mee van lokale, regionale en nationale aard. Op 27 september organiseerde de programmalijn Netwerken, Ringen en de Stad een tweede ateliersessie over Haven-Stad/Zaan-IJ: een korte terugblik op de resultaten.
De tweede ateliersessie vond plaats in de Affuitenhal op het Hembrugterrein in Zaanstad. Het Hembrugterrein maakt deel uit van het gebied Haven-Stad/Zaan-IJ. Dit terrein deed vroeger dienst als militair industriegebied. Het wordt nu geleidelijk ontwikkeld tot een woon-, werk- en recreatiegebied.
Bij de ateliersessie waren zo’n 25 experts van diverse regionale en nationale overheden en het bedrijfsleven aanwezig. Na de opening door programmamanager Lennart Salemink werd er gestart met een terugblik op de resultaten van de eerste ateliersessie. Daarna volgden verdiepende presentaties van de Port of Amsterdam en Goudappel Coffeng. Deze presentaties gingen over de transformatiestrategie van het Havenbedrijf en de mobiliteitsontwikkelingen binnen de MRA.
Vier ontwikkelperspectieven
Vervolgens nam URHAHN de aanwezigen mee in vier ontwikkelperspectieven voor Haven-Stad/Zaan-IJ. Deze perspectieven schetsen de mogelijke ontwikkeling van het gebied en geven op eigen wijze invulling aan de opgaven van het gebied en de MRA. Zo gaat één perspectief ervan uit dat de gebiedsontwikkeling hoofdzakelijk langs de noordoever van het IJ zal plaatsvinden, terwijl een ander perspectief uitgaat van een ontwikkeling die aanhecht aan de bestaande stad en gefaseerd wordt uitgebreid.
In deelgroepen zijn de ontwikkelperspectieven vervolgens verder besproken. In een eerste ronde zijn ze aangescherpt en is de adaptiviteit inzichtelijk gemaakt. Zo werd duidelijk of er nog zaken misten en er mogelijkheden waren voor het inbouwen van bijvoorbeeld keuzemomenten en kantelpunten. In een tweede ronde werd besproken hoe de perspectieven een bijdrage kunnen leveren aan regionale netwerkopgaven. Het ging hier om onderwerpen als: het draaiend houden van de ringstructuur van het spoor- en wegennetwerk, de ambities van het gebiedsprogramma en het versterken economische concurrentiekracht. Doordat in iedere deelgroep de verschillende partijen vertegenwoordigd waren, ontstonden er interessante, scherpe gesprekken met nieuwe inzichten.
Op naar het laatste atelier!
Met de opbrengst worden de vier perspectieven verder uitgewerkt. Het gaat daarbij niet om een voorkeur voor één van de perspectieven, maar om inzicht te krijgen in onder andere: hoe draagt het bij aan de brede ambities, waar zitten de samenhang en de afhankelijkheden, wat is altijd zinvol om te doen, wat behoeft nog nadere aandacht? In een derde en laatste ateliersessie in november of december 2018 worden deze inzichten gedeeld en besproken.
Meer weten?
Voor meer informatie over de ateliersessies Haven-Stad/Zaan-IJ: Pascal le Gras en Marcus Potters.