Op donderdag 31 januari hield de programmalijn Netwerken, Ringen en de Stad een bijeenkomst met verschillende partijen over hun voortgang. Hierin presenteerden zij hun voortgang en vier ontwikkelperspectieven. Voor de middag waren betrokken partijen en specialisten uitgenodigd om inhoudelijke feedback te geven op de ontwikkelperspectieven.
Hoofddoel
De projectmanagers van Netwerken, Ringen en de Stad openden de middag. Gerrit van der Plas van Vervoerregio Amsterdam en Robert Hijman van het ministerie van IenW schetsen een beeld van het overkoepelende programma ‘Samen Bouwen aan Bereikbaarheid’ en het hoofddoel van het programma. Het hoofddoel is dat het programma de concurrentiekracht van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en Nederland als geheel wil versterken. Dit gebeurt door het aanpakken van de deur-tot-deur-bereikbaarheid van personen en goederen, met prioriteit voor de economische toplocaties en in samenhang met de verstedelijkingsopgave.
Ontwikkelperspectieven
Hierna waren inhoudelijke trekkers Björn Hutten (Provincie Noord-Holland) en Koos Weits (Rijkswaterstaat) aan het woord. Zij gingen dieper in op de conclusies van het onderzoek over het Daily Urban System in de MRA en de ruimtelijke Atlas. Deze onderzoeken vormden de basis van de ontwikkelperspectieven. De vier ontwikkelperspectieven richten zich in de verstedelijking en modal split op uitersten.
Het eerste ontwikkelperspectief gaat over de grote corridors. In de lineaire metropool ontwikkelt de MRA zich langs de grote corridors, zoals Schiphol/Amsterdam Zuid (wonen/werken) en Zaanstad/Amsterdam/Almere (wonen). Bij de compacte metropool – het tweede ontwikkelperspectief - wordt er maximaal ingezet op Amsterdam. Daartegenover staat het derde perspectief, de Tapijtmetropool, waarin de verschillende woonmilieus en het gebruik van de auto centraal staan. Het vierde perspectief is de Netwerkmetropool waar de verstedelijking langs bestaande (ov-)knooppunten wordt ontwikkeld.
Vier tafels, vier perspectieven
Om de vier perspectieven nader te bekijken, lagen op vier tafels de vier verschillende perspectieven. De groep splitste zich op in vier kleinere groepen en ging om de beurt langs de tafels. Per tafel bespraken de deelnemers de sterke en zwakke punten van de perspectieven, wat er miste in de bouwstenen en waar verbetering nodig was.
Doordat de vier groepen kritisch hebben gekeken naar de perspectieven, is er goede feedback ontvangen waarmee verder kan worden gewerkt aan de invulling van de bouwstenen en het versterken van de perspectieven. De belangrijkste conclusie van de middag was dat de economische invulling van de perspectieven ontbrak. Ook waren de deelnemers van mening dat de perspectieven nog extremer konden worden uitgewerkt, om zo een sterker verhaal neer te zetten.
Afsluiting
Aan Gerrit van der Plas de eer om de middag weer af te sluiten. Hij concludeerde dat de bijeenkomst voor veel input en een goede verdieping van de perspectieven heeft gezorgd. Daarnaast stipte hij het belang aan van een goed eenduidig verhaal, samen met het overkoepelende programma, richting de bestuurders.
Meer weten?
Voor meer informatie over de bijeenkomst: Björn Hutten (huttenb@noord-holland.nl) en Koos Weits (koos.weits@rws.nl).