In het BO MIRT hebben de bestuurders de resultaten uit het MIRT-onderzoek ZWASH vastgesteld en afspraken gemaakt over het vervolg. De conclusie is dat het doortrekken van de Noordzuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp en de ontbrekende schakel aanleggen in de metro Ringlijn goede oplossingen zijn voor de knelpunten aan de westkant van Amsterdam. Door het uitbreiden van het metronet worden reizigersstromen anders verdeeld over trein, bus en tram, waarmee meer ruimte ontstaat voor treinverkeer op het (inter)nationale netwerk. Dit faciliteert de geplande woningbouw, de groei in werkgelegenheid en draagt bij aan het internationale vestigingsklimaat. De komende periode worden voorbereidingen getroffen om te kunnen starten met het vervolg, zodra er zicht is op de benodigde financiering. Projectmanagers Lars Wouters (gemeente Amsterdam) en Bart Heinz (ministerie IenW) lichten de resultaten toe.

Welke bereikbaarheidsmaatregelen en -investeringen zijn nodig om de corridor Zuidwest Amsterdam – Schiphol – Hoofddorp (ZWASH) te ontwikkelen tot de internationale entree van Nederland? Dit was de hoofdvraag van het MIRT-onderzoek. Maatregelen zijn nodig om Schiphol en de zuidwestkant van Amsterdam goed bereikbaar houden voor alle modaliteiten én het gebied tussen Schiphol en Amsterdam-Zuid te ontwikkelen tot een hoogwaardig internationaal woon- en werkmilieu. Ook is onderzocht welke maatregelen nodig zijn voor de realisatie van een belangrijk deel van de MRA-woningbouwopgave aan de noordwestkant van Amsterdam en hoe een bijdrage kan worden geleverd aan de verdere groei van internationaal treinverkeer.

Het onderzoeksteam heeft de afgelopen maanden alle zeilen bijgezet om de planning te halen. ‘We hebben flink tempo kunnen maken, door de goede samenwerking tussen alle partijen en door het samenvoegen van de resultaten uit eerdere fasen van ZWASH en regionaal onderzoek naar de mogelijkheden voor het uitbreiden van het metronet’, vertelt Lars.

Het studiegebied ZWASH

Het gebied tussen Zuidwest Amsterdam, Schiphol en Hoofddorp (ZWASH) heeft alle potentie om uit te groeien tot dé internationale entree van Nederland. Het ligt strategisch bij de binnenstad van Amsterdam, de Zuidas en Schiphol. Ook is het nationaal en internationaal goed verbonden door een uitstekend ov-netwerk en via de luchthaven. Er is al veel geïnvesteerd in de bereikbaarheid en ook de komende jaren staan er grote projecten gepland. Toch zal het systeem zonder extra inspanningen richting 2040 vastlopen, bijvoorbeeld op het multimodale knooppunt Schiphol. Want de benodigde extra woningen en arbeidsplaatsen leiden tot nog meer vervoersbewegingen in een toch al krap systeem. Zonder investeringen in het mobiliteitssysteem loopt de verder ontwikkeling van dit gebied vast.

In het MIRT-onderzoek ZWASH zijn de mogelijkheden verkend voor nieuwe woningen en werklocaties in relatie tot de mobiliteitsopgave. De volgende locaties zijn bestudeerd: Zuidas, Schinkel, Schiphol Noord, Schiphol Centrum en het stationsgebied van Hoofddorp. In de afgelopen periode is het gebied tussen Sloterdijk en Amsterdam CS aan dit studiegebied toegevoegd. Enerzijds omdat het effect van maatregelen verder reikt dan de ZWASH-corridor en anderzijds vanwege de bereikbaarheidsopgave die volgt uit de ontwikkeling van HavenStad.

Tussenbesluiten

Eerder dit jaar zijn de resultaten van verschillende onderzoeken over het ZWASH-gebied opgeleverd, zoals het MIRT-onderzoek Zuidwestkant Amsterdam Hoofddorp (ZWASH), de Quickscan Amsterdam West, regionale studies naar metro-ontwikkeling aan de westkant van Amsterdam (MASH) en de spoorstudie Airportsprinter fase 2. ‘Op basis van deze resultaten heeft het ZWASH-team verder gewerkt aan combinatiepakketten van ov- en wegenmaatregelen met de metro als hoofdoplossing’, zegt Bart. ‘Hierbij zijn de uitgangspunten van het OV Toekomstbeeld 2040 als richtinggevend meegenomen. Ook is gekeken naar de wegen binnen het gebied om tot multimodale oplossingen te komen. Uit dit vervolgonderzoek zijn nu voorkeursalternatieven vastgesteld.’

De uitkomsten op hoofdlijnen

Metrolijnen

Het verbinden van de Noordzuidlijn met Schiphol en Hoofddorp is noodzakelijk om het treinstation op Schiphol te ontlasten en de luchthaven zelf bereikbaar te houden. Daarnaast kunnen er door de uitbreiding van de metrolijn woningbouwprojecten in de Haarlemmermeer gerealiseerd worden. Ook faciliteert de metrolijn de groei van arbeidsplaatsen in het ZWASH-gebied.

De ontbrekende metroschakel in de Ringlijn tussen Amsterdam Centraal en Isolatorweg is nodig om de geplande woningen en arbeidsplaatsen in HavenStad mogelijk te maken. De twee maatregelen zorgen er onder andere voor dat lokaal en regionaal verkeer meer worden gescheiden, waardoor de Schipholtunnel wordt ontlast. De ruimte die hiermee vrijkomt, maakt het mogelijk om een andere treindienstregeling te gaan rijden wat bijdraagt aan een verbeterde regionale en (inter)nationale bereikbaarheid.

Airportsprinter

Ook de mogelijkheid van de trein, een Airportsprinter tussen Hoofddorp en Amsterdam CS, is onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat deze een belangrijke rol kan vervullen in het ov-netwerk, maar minder kansen biedt voor de ontsluiting van de woningbouwlocaties. Ook draagt deze oplossing minder bij aan het vrijspelen van capaciteit op het treinspoor en het op de lange termijn scheiden van lokaal, regionaal en nationaal verkeer. Daarnaast is geconcludeerd dat een airportsprinterstation HavenStad geen toekomstbestendige optie is voor na 2040. Daarvoor moeten te veel investeringen in het onderliggend tramnetwerk worden gedaan.

Weginfrastructuur

In het MIRT-onderzoek is ook gekeken naar het (hoofd)wegennet in het ZWASH-gebied. Bart: ‘Duidelijk is geworden dat met een aantal ingrepen de capaciteit kan worden uitgebreid, maar daarmee worden de knelpunten niet helemaal opgelost. We moeten dus vervolgonderzoek doen naar de wegmaatregelen.’

Doorpakken  

Inhoudelijk is geconcludeerd dat er voldoende onderzoek is gedaan om een MIRT-verkenning te kunnen starten. Het zicht op 75% financiering, wat hier een belangrijke startvoorwaarde voor is, ontbreekt echter nog op dit moment. Recent hebben de Vervoerregio Amsterdam, gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer, provincie Noord-Holland, NS en Schiphol samen ruim 1 miljard toegezegd waarmee een belangrijke stap is gezet. De komende periode staat in het teken van het overige deel van de financiering en het voorbereiden van het vervolgtraject. 

Nu de oplossingsrichtingen duidelijk zijn: kunnen we dan in één rechte lijn door naar de verkenning? ‘Dat zou mooi zijn,’ zegt Lars, ‘maar de financiën spelen een grote rol. Het gaat hier om veel geld, in een tijd dat veel van de belanghebbende partijen hun inkomsten keihard zien teruglopen. Het bij elkaar krijgen van een bedrag van deze omvang is dus niet zo 1-2-3 besloten: zo’n proces kan lang duren. Maar omdat het belangrijk is om de (toekomstige) knelpunten in de MRA op te lossen, willen onze bestuurders de voortgang erin houden. Dit kan door alvast voorbereidingen te treffen zodat we bij het op orde komen van de financiering, meteen van start kunnen. We willen doorpakken.’

MASH

In de eerdere studie naar het metrosysteem Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp (MASH) werkten zeven partijen samen: gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer, Schiphol, NS, ProRail, KLM en Vervoerregio Amsterdam. Eerder dit jaar werden MASH en ZWASH geïntegreerd.

‘Het was een beetje een onorthodoxe aanpak, met een regionaal onderzoek dat ineens langszij kwam en dat we moesten invoegen in ZWASH,’ zegt Lars. ‘Maar juist die aanpak en de samenwerking met die alliantie van zeven partijen, hebben geleid tot de resultaten die er nu liggen. Toen we in juni op papier zetten wat we moesten onderzoeken in de periode tot oktober, leek ons dat erg veel in weinig tijd. We hebben het gered, omdat we na de programmaraad in juni zowel de expertise als de resultaten uit ZWASH, MASH en Airportsprinter hebben samengevoegd en dit als nieuw startpunt hebben genomen. Ons team van ongeveer 30 man heeft na deze samenvoeging als één team samengewerkt aan de integrale onderzoeksvragen. Dat is echt iets waar we trots op zijn.’

Vervolg

Een MIRT-onderzoek levert niet altijd een eenduidig beeld op over de gewenste oplossingsrichtingen, dit is vaak pas aan het einde van de MIRT-verkenning. Dat dit beeld nu al zo helder is zegt iets over hoe grondig we ons werk gedaan hebben en is ook iets om trots op te zijn. Bart: ‘Alle betrokken hebben de urgentie gevoeld en flink doorgepakt. Onderzoekers, bestuurders, de programmaraad: iedereen heeft een tandje bijgezet.’ Lars knikt: ‘We zijn qua diepgang vergevorderd en we spreken al over voorkeursalternatieven, waar ook de bestuurders achter staan. Dat vind ik een ongelooflijk mooi resultaat. We kijken er dan ook naar uit om in het vervolgtraject, met deze resultaten het gesprek met maatschappij en markt aan te gaan.’

Publicaties 

Lees hier alle besluiten over Samen Bouwen aan Bereikbaarheid genomen tijdens het BO MIRT. En hier de brief waarmee de Tweede Kamer is geïnformeerd. Rechts op deze pagina, onder het kopje ‘publicaties’, zijn de onderzoeksrapporten te downloaden.