De programmalijn Stedelijke Bereikbaarheid richt zich op infrastructurele maatregelen die de bereikbaarheid van de stedelijke gebieden in de MRA verbetert. In 2019 ging de programmalijn onder meer aan de slag met twee focuspunten: regionaal P&R-beleid en autoluw verstedelijken. Projectmanagers Anne Blankert en Bas Schimmel blikken terug en kijken vooruit. Wat doen zij allemaal om het voor inwoners en reizigers de komende jaren beter en comfortabeler maken? Nauwe samenwerking met de verschillende gemeenten is daarbij de rode draad.
Als relatief nieuwe projectmanagers voerden Anne Blankert (vanuit de regio) en Bas Schimmel (vanuit het Rijk) in 2019 gesprekken met alle gemeenten in de MRA. Bas: “Dat was een hele goede start. Je kunt echt even de diepte in met elkaar. Wat speelt er nu echt in deze gemeente? Geen abstracte vergezichten, maar: hoe kunnen we het voor inwoners en reizigers de komende jaren beter en comfortabeler maken?”
P+R: soepele overgang auto en ov
Anne vertelt: “Veel gemeenten in de MRA hebben P+R-plekken aan de stedelijke randen, maar die zijn allemaal anders. Als reiziger weet je niet goed wat je er gaat aantreffen. Als we willen dat mensen makkelijk overstappen van auto naar ov of fiets, dan zouden we die plekken meer moeten uniformeren.” Samen met de provincie Noord-Holland heeft de programmalijn in 2019 eerst onderzoek gedaan naar de bezetting van de huidige P+R-plekken en gekeken naar de verkeerstromen: zijn de P+R’s wel op de juiste locatie gevestigd? De resultaten hiervan zijn eind 2019 bekend. Bas: “Volgend jaar gaan we dan kijken welke aanpassingen en uitbreidingen nodig zijn. Ook zouden de faciliteiten en de voorwaarden van de P+R-terreinen ongeveer gelijk moeten zijn. Dan weet je als reiziger beter waar je aan toe bent.”
Autoluw verstedelijken
Bas: “We merkten in de gesprekken ook dat veel gemeenten hun stadscentrum autoluw willen maken. Omdat er knelpunten zijn met verkeer, maar soms ook uit een duurzaamheidsambitie. Veel gemeenten willen bovendien verdichten in bestaande, nu al drukke gebieden. We willen gemeenten graag een handreiking bieden hoe zij dat zouden kunnen aanpakken.”
De gemeente Purmerend meldde zich als pilotgemeente. Anne: “De gemeente Purmerend wilde heel graag stappen maken, maar had te weinig capaciteit om het helemaal zelf uit te zoeken. Ook Purmerend bouwt nieuwe woningen in het stadscentrum en het winkelgebied, en de gemeenteraad heeft een autoluwe ambitie. Samen zijn we aan de slag gegaan. We werken nu aan het opstellen en kiezen van de meest effectieve maatregelenpakketten. Denk daarbij aan het faciliteren van ov, nieuwe fietsenstallingen en -paden of aan omleiden van doorgaande routes. Voor de meer ingrijpende maatregelen is draagvlak nodig van inwoners.”
Stedelijke knooppunten
Vanuit het Ontwikkelpad gaat de programmalijn de komende tijd aan de slag met de stedelijke knooppunten. Bas: “We willen woon-werkverkeer in de MRA verminderen door zoveel mogelijk activiteiten op één locatie samen te brengen. De komende periode gaan we ons concentreren op het stationsgebied van Haarlem en Lelystad. Hoe gaan we die knopen zo maken dat ze hun functie in het netwerk optimaal kunnen vervullen? Dat je op het station goed kunt overstappen, dat het schoon en sociaal veilig is en tegelijkertijd ook flink wat woningen kwijt kunt. En als die mensen er wonen, dat ze dan ook plek hebben in de trein.”
Anne: “De gemeenten bekijken nu hoe ze het stationsgebied willen inrichten. Daarna gaan we samen kijken naar het schaalniveau hoger: wat betekent dat regionaal? Want in het stationsgebied komen bussen en treinen uit andere gebieden aan; daar wil je als regionaal knooppunt goede aansluitingen en verbindingen.”
“Bij de stedelijke knooppunten komt ook de samenwerking met Slimme en Duurzame Mobiliteit om hoek kijken,” besluit Bas. “Het is daarom logisch als de programmalijnen in de uitvoering meer gaan samenwerken en vanaf komend jaar één gezamenlijk uitvoeringsprogramma vormen.”
Lees meer over de bijzondere samenwerking met de gemeente Purmerend.