Het vizier van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB) staat op 2040, maar niet alle focus is gericht op de lange termijn. Via de Uitvoeringsagenda nemen we maatregelen die vandaag en morgen al bijdragen aan het bereikbaar houden van de Metropoolregio Amsterdam (MRA). En waarmee we het mobiliteitssysteem tegelijkertijd slimmer, veiliger en duurzamer inrichten. Denk aan gedragsmaatregelen, aantrekkelijke overstappunten en kleine fysieke aanpassingen. Duotrekkers Asta van Droffelaar (Rijk) en Joost van Os (regio) vertellen hoe de Uitvoeringsagenda elk jaar opnieuw tot stand komt.
Het realiseren van deze maatregelen gebeurt in samenwerking met werkgevers en onderwijsinstellingen in de woon-werkgebieden, zoals IJmond, Almere en op de Zuidas. Naast investeren in nieuwe infrastructuur is het is ook nodig dat we minder, anders en schoner reizen. Alleen zo kunnen we alle mobiliteitsuitdagingen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) aanpakken. Bijvoorbeeld forenzen die vaker na de spits reizen, meer thuiswerken en vervoersmiddelen afwisselen, zoals regelmatig fietsen. Logistieke stromen die samenkomen in hubs aan de rand van de stad en gebundeld met schoon vervoer richting eindbestemming gaan. En overstappunten met veel voorzieningen en deelvervoersystemen die via slimme apps eenvoudig te reserveren zijn. Dit zijn voorbeelden van waar de Uitvoeringsagenda aan werkt.
Inspelen op ontwikkelingen
‘In het programma SBaB brengen we ambities bij elkaar en organiseren die op een eenduidige manier’, legt Joost uit. ‘De Uitvoeringsagenda is eigenlijk een kortetermijnprogramma dat we ieder jaar opnieuw bijstellen. We kunnen ons zo telkens aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen.’
‘Een zichtbaar voorbeeld is de Samenwerkingsovereenkomst flexibel werken en slim reizen’, vertelt Asta. ‘Daarmee zijn we ingesprongen op de vlucht die hybride werken nam door corona. Met als doel: samen met werkgevers werken aan duurzame mobiliteit. Door blijvend de spits te ontlasten en CO2-uitstoot te verminderen, met vitale en tevreden werknemers tot gevolg. Dat is mogelijk doordat we organisaties via platform Breikerskosteloos ondersteunen bij de implementatie.
Joost: ‘Ook het onderwijs speelt een grote rol in het verminderen van de hyperspits, omdat hele gezinnen hun reisgedrag daarop aanpassen. We zijn in gesprek om te bezien of en hoe het onderwijs bij kan dragen aan het ontlasten van de hyperspits. Vorig jaar hebben we de eerste stappen gezet en daar gaan we nu mee verder.’
Maatregelen voor 2022 – 2025
Joost en Asta programmeren momenteel de Uitvoeringsagenda voor 2022 – 2025, met een doorkijk naar 2030, en doen dat namens het Rijk en de regio partners van SBaB. De afgelopen weken konden partners en projecten in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) maatregelen indienen voor de programmering van de Uitvoeringsagenda van dit najaar.
Asta: ‘Dat kunnen pilots zijn, onderzoeken, concrete projecten of gedragsmaatregelen. Ook dienen de gebiedsaanpakken zoals Van A tot Zuidas, Groot Schiphol Bereikbaar en IJmond Bereikbaar en Breikers hun plannen voor komend jaar in. Wij maken een selectie die bijdraagt aan de doelen van SBaB, met maatregelen die elkaar zo veel mogelijk versterken en financieel haalbaar zijn. We kijken naar drie smaken: gedragsmaatregelen, netwerkoptimalisaties en multimodale knooppunten. Daarnaast kunnen ook maatregelen vanuit andere programmalijnen in de Uitvoeringsagenda worden ingediend, zoals het Regionaal Mobiliteitsprogramma Noord-Holland en Flevoland (uitwerking kKlimaatakkoord Mobiliteit) en het Multimodale Toekomstbeeld.
Joost vult aan: ‘We bieden daarnaast ook overzicht in het complexe en veel omvattende speelveld van SBaB. Bestuurders kunnen makkelijker over dit soort maatregelen beslissen als ze een begrijpelijk verhaal kunnen vertellen.’
Samen met alle partners
De Uitvoeringsagenda is een samenvoeging van twee eerdere programmalijnen binnen SBaB, namelijk Stedelijke Bereikbaarheid en Slimme en Duurzame Mobiliteit, en daarvoor het programma Beter Benutten. Deze stromen zijn sinds 2020 samengekomen in de Uitvoeringsagenda. De ervaringen die daar zijn opgedaan, komen nu goed van pas: ‘We leren werkenderwijs’, vertelt Joost. ‘Vorig jaar werden veel individuele maatregelen ingediend door de partners. Dit jaar kregen we maatregelen al meer gebundeld binnen. Daarvan leren wij van hoe we organisaties het beste benaderen.’ Asta: ‘Ook komt er steeds meer samenhang tussen de gebiedsaanpakken binnen de MRA. Deze groeiende samenwerking versterkt de maatregelen alleen maar.’
Soepele samenwerking
De samenwerking met de verschillende partijen in de MRA verloopt vlot volgens Asta: ‘We overleggen veel en houden elkaar goed op de hoogte. Dit jaar zijn we ook bewust veel eerder begonnen met de uitvraag en hebben we vooraf een strak plan van aanpak opgesteld. Dat helpt directeuren en bestuurders om in positie te komen en zorgt voor een nauwe betrokkenheid. Vanuit organisatorisch belang hebben we dit jaar ook een strategische werkgroep opgezet, met daarin de primaire partijen in de MRA: de gemeente Amsterdam, de provincies Noord-Holland en Flevoland, het Rijk en de Vervoerregio Amsterdam.’
Joost: ‘Ook is er binnen de Uitvoeringsagenda zelf meer structuur gekomen. De drie werkstromen zijn overzichtelijk georganiseerd. Zo is er bijvoorbeeld nu een werkgroep Mobiliteit en Gedrag die wekelijks bijeenkomt om samen stappen te zetten. Hieraan zijn ook gedragsdeskundigen van de partnerorganisaties gekoppeld. Breikers neemt deel en er is een coördinator die namens alle gebiedsaanpakken lid is. Binnen deze werkgroep wordt ook de samenwerkingsovereenkomst flexibel werken en slim reizen uitgebouwd. Zo ontstaat er al veel meer samenhang tussen alle individuele maatregelen’.
Vastgesteld in BO MIRT
De Uitvoeringsagenda wordt vastgesteld via het directeurenoverleg en vervolgens de Programmaraad van SBaB. In het najaar volgen de financiële afspraken tijdens het jaarlijkse Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT). Asta: ‘Rijk en regio financieren gemiddeld elk 50 procent. Bij het indienen van maatregelen moeten partijen daarom ook al aangeven hoe ze het eigen deel financieren.’ Asta benadrukt dat niet alle maatregelen en of projecten terecht komen in de Uitvoeringsagenda.